top of page

Zaligsprekingen Deel 7

Matheus 5:9

 

Zalig zijn de vreedzamen; want zij zullen Gods kinderen genaamd worden.

 

 

Hier is de oude statenvertaling gebruikt, maar veel andere vertalingen maken dit wel duidelijker. Daar staat vredestichter en dit is ook het woord dat wij gebruiken in de taal van nu als vertaling van het woord dat er in het grieks staat.

 

Vrede stichten, is niet zomaar iets. Overal zijn conflicten en er zijn mensen nodig die alle partijen kunnen bekijken met Gods ogen. De mensen die dat doen, zullen vaak ook vrede achter zich laten. Zij zullen mensen leren om begrip voor elkaar te hebben. Zij kunnen dit alleen doen, door zelf begrip te hebben voor alles. Zij zullen zich niet inlaten met roddel, want dan zouden ze juist olie op het vuur gooien. Zij zullen de rust niet bewaren of terugvinden door te zoeken naar eigen eer. Vaak zijn het mensen die op de achtergrond met partijen in gesprek gaan. Vrede stichten doe je namelijk niet met een boel ruchtbaarheid. Het kan hooguit zijn dat anderen voor jou er ruchtbaarheid aan geven, maar zelfs als het dan bekend wordt dat jij de persoon bent geweest die de gemoederen bedaard heeft, zelfs dan komt alle eer nog altijd God toe.

 

Hoe leggen we dan de belofte uit, die hierbij hoort. ''want zij zullen kinderen van God genaamd worden''. Wanneer de mensen namelijk niet weten wie de vredestichters zijn, hoe kunnen zij dan kinderen van God genoemd worden? Het antwoord is simpel. Het zijn niet de mensen die de vredestichters zo noemen. Het is God zelf die deze mensen zo noemt. Het is de geestelijke wereld die het zo noemt. Dit wil dus ook zeggen de geestelijke wereld van de duistere kant. Het gevolg is, dat de duistere kant niets met deze mensen kan. Ze kunnen hen niet beinvloeden om te gaan roddelen en kwaad te spreken, het is niet gelukt om ze kwaad te maken op 1 van de conflicterende partijen. Deze vredestichters blijven in de liefde, waardoor de macht van satan verbreekt en ook hij zal moeten erkennen dat deze mensen kinderen van God zijn, waar hij niet bij kan.

 

Door deze liefde en trouw aan God en Zijn inzettingen, worden deze mensen beschermd als een kind van God.

 

 

 

 

 

 

 

Naar Zaligsprekingen deel 6

Naar Zaligsprekingen deel 8

 

 

Matheus 5:1-5

1 En Jezus, de schare ziende, is geklommen op een berg, en als Hij nedergezeten was, kwamen Zijn discipelen tot Hem.

2 En Zijn mond geopend hebbende, leerde Hij hen, zeggende:

Zalig zijn de armen van geest; want hunner is het Koninkrijk der hemelen.

Zalig zijn die treuren; want zij zullen vertroost worden.

Zalig zijn de zachtmoedigen; want zij zullen het aardrijk beërven.

Zalig zijn die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid; want zij zullen verzadigd worden.

Zalig zijn de barmhartigen; want hun zal barmhartigheid geschieden.

Zalig zijn de reinen van hart; want zij zullen God zien.

Zalig zijn de vreedzamen; want zij zullen Gods kinderen genaamd worden.

10 Zalig zijn die vervolgd worden om der gerechtigheid wil; want hunner is het Koninkrijk der hemelen.

11 Zalig zijt gij, als u de mensen smaden, en vervolgen, en liegende alle kwaad tegen u spreken, om Mijnentwil.

12 Verblijdt en verheugt u; want uw loon is groot in de hemelen; want alzo hebben zij vervolgd de profeten, die voor u geweest zijn.

13 Gij zijt het zout der aarde; indien nu het zout smakeloos wordt, waarmede zal het gezouten worden? Het deugt nergens meer toe, dan om buiten geworpen, en van de mensen vertreden te worden.

14 Gij zijt het licht der wereld; een stad boven op een berg liggende, kan niet verborgen zijn.

15 Noch steekt men een kaars aan, en zet die onder een koornmaat, maar op een kandelaar, en zij schijnt allen, die in het huis zijn;

16 Laat uw licht alzo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken mogen zien, en uw Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken.

Lucas 6:20 En Hij, Zijn ogen opslaande over Zijn discipelen, zeide: Zalig zijt gij, armen, want uwer is het Koninkrijk Gods.

21 Zalig zijt gij, die nu hongert; want gij zult verzadigd worden. Zalig zijt gij, die nu weent; want gij zult lachen.

22 Zalig zijt gij, wanneer u de mensen haten, en wanneer zij u afscheiden, en smaden, en uw naam als kwaad verwerpen, om des Zoons des mensen wil.

23 Verblijdt u in dien dag, en zijt vrolijk; want, ziet, uw loon is groot in den hemel; want hun vaders deden desgelijks den profeten.

24 Maar wee u, gij rijken, want gij hebt uw troost weg.

25 Wee u, die verzadigd zijt, want gij zult hongeren. Wee u, die nu lacht, want gij zult treuren en wenen.

De Zaligsprekingen: De eerste wetten die Jezus doorgeeft. Volgens deze principes werkt het Koninkrijk van God. Het zijn geen regels met mensenhanden gemaakt,
het is de gesteldheid van je hart.
bottom of page