top of page

De zaaier

 

De vergelijking van de Zaaier is zeer bekend en staat geschreven in Math 13:3-23, Lucas 8:4-15 , Marcus 4:1-20 

Markus 4:13 En Hij zei tegen hen:Begrijpt u deze gelijkenis niet? En hoe zult u dan alle andere vergelijkingen begrijpen? Zie het belang van het goed plaatsen van deze gelijkenis dus in.

 

De vergelijking van de zaaier hoeft door geen leraar uitgelegd te worden. Jezus zelf geeft een duidelijke uitleg. Zelf was het me nooit opgevallen, maar deze vergelijking gaat over het Koninkrijk. Het verteld niet, wat het Koninkrijk is, waar het zich bevind of hoe het eruit ziet. Het verteld wat er gebeurd met mensen die het Woord van Het Koninkrijk horen. 

 

 

Wat wordt er gezaaid?

 

Math 13:19 als iemand het Woord van het Koninkrijk hoort en het niet begrijpt, dan komt de boze en rukt het weg.

Er wordt dus gesproken en gepredikt over het Koninkrijk en dit wordt zaaien genoemd. Er zijn dus mensen die het woord horen, maar het niet verstaan (of begrijpen) Dat is het moment waarop de boze in mattheus, de duivel in Marcus of de satan in Lucas het zaad wegneemt. Uiteraard gaat het hier om hetzelfde, maar ik vond het opvallend dat elke evangelist hier zijn eigen woord voor gebruikt. 

 

Ook Lucas 8:10 en Marc 4:11 geven aan dat het om het Koninkrijk  Gods gaat:  Hij zei: Aan u is het gegeven de geheimenissen van het Koninkrijk van God te kennen, maar tot anderen spreek ik in gelijkenissen. 

Wie is de zaaier en wat is het Zaad?

Lucas 8:11 Het zaad nu is het Woord Gods. 

Marcus 4:14 De zaaier is die het Woord zaait.

 

Wanneer Lucas spreekt van het Woord Gods, kun je er in dit geval wel vanuit gaan, dat dit hetzelfde woord is als dat van Mattheus namelijk het woord van het Koninkrijk. Net zoals duivel, de boze en satan woorden zijn die dezelfde macht aanwijzen, kun je hier ook spreken over hetzelfde woord, ook al wordt het in elk evangelie met iets andere woorden verteld.

 

Welk woord zaaien wij? 

 

Marcus 4:13 geeft nog een keer het belang aan van een goed begrip van deze vergelijking van de zaaier. Wanneer je deze namelijk niet begrijpt, dan lukt het kennelijk ook niet om de andere te begrijpen. En Hij zeide tegen hen: Begrijpt u deze vergelijking niet? En hoe zult u dan alle gelijkenissen verstaan?

 

Dat is een pittige uitspraak, begrijpen wij deze vergelijking echt? Wanneer we deze dus echt begrijpen dan kunnen we alle gelijkenissen de geheimen van het Koninkrijk der Hemelen ( in matth) en de verborgenheden van het Koninkrijk van God ( luc en marc) leren kennen.  Net zoals alle evangelisten een ander woord voor de duivel gebruikte, doen ze dat ook met het koninkrijk. Het gaat wel om hetzelfde koninkrijk. Het is tenslotte hetzelfde verhaal in alle drie de boeken.

 

Math 13

19 Als iemand dat Woord des Koninkrijks hoort, en niet verstaat, zo komt de boze, en rukt weg, hetgeen in zijn hart gezaaid was; deze is degene, die bij den weg bezaaid is.

20 Maar die in steenachtige plaatsen bezaaid is, deze is degene, die het Woord hoort, en dat terstond met vreugde ontvangt;

21 Doch hij heeft geen wortel in zichzelven, maar is voor een tijd; en als verdrukking of vervolging komt, om des Woords wil, zo wordt hij terstond geërgerd.

22 En die in de doornen bezaaid is, deze is degene, die het Woord hoort; en de zorgvuldigheid dezer wereld, en de verleiding des rijkdoms verstikt het Woord, en het wordt onvruchtbaar.

23 Die nu in de goede aarde bezaaid is, deze is degene, die het Woord hoort en verstaat, die ook vrucht draagt en voortbrengt, de een honderd-, de ander zestig-, en de ander dertig voud.

matth 13

 

3 En Hij sprak tot hen vele dingen door gelijkenissen, zeggende: Ziet, een zaaier ging uit om te zaaien.

4 En als hij zaaide, viel een deel van het zaad bij den weg; en de vogelen kwamen en aten datzelve op.

5 En een ander deel viel op steenachtige plaatsen, waar het niet veel aarde had; en het ging terstond op, omdat het geen diepte van aarde had.

6 Maar als de zon opgegaan was, zo is het verbrand geworden; en omdat het geen wortel had, is het verdord.

7 En een ander deel viel in de doornen; en de doornen wiesen op, en verstikten hetzelve.

8 En een ander deel viel in de goede aarde, en gaf vrucht, het een honderd-, het ander zestig-, en het ander dertig voud.

bottom of page