top of page

Zaligsprekingen Deel 5

Matheus 5:7

 

Zalig zijn de barmhartigen; want hun zal barmhartigheid geschieden.

 

In deze zaligspreking staat een wet van het koninkrijk direct tegenover een recht in het koninkrijk. Hierin wordt ook duidelijk dat het ene niet zonder het andere kan. Zoals de wetten van Mozes de Israelieten leerde hoe ze in het beloofde land moesten leven, zodat het hun goed ging. Zo leert Jezus ons hoe wij in het koninkrijk moeten leven, zodat het ons goed gaat.

 

Velen van ons maken alleen een fout hierin. Zij geven barmhartigheid aan veel mensen. Ze raken op en als ze zelf moe en overspannen worden, dan is er niemand die het aan hun betoont. Hoe is dit mogelijk? Is dan de belofte van Jezus niet van toepassing? Is het dan inderdaad voor een tijd na onze dood. Of ver in de toekomst als het koninkrijk van God komt? Nogmaals het koninkrijk van God is er al, in de hemel. En om het op aarde te kunnen laten komen, zullen wij de koning moeten gaan geloven en Hem volgen op die weg. De wachtende houding die velen geleerd wordt, vervuld direct de woorden van Jezus dat er weing arbeiders zijn.

 

Wat ging er mis in het bovengeschetste verhaal. Als Jezus namelijk wat belooft dan moet het ook zo gaan, anders zou Jezus liegen. Het lijkt me duidelijk dat Jezus niet liegt, want wie Jezus gezien heeft, heeft de Vader gezien en die kan niet liegen.

 

Dit is wat er mis is, mensen stellen hun vertrouwen op mensen. Mensen verwachten de barmhartigheid van mensen. Mensen verwachten de barmhartigheid terug nog het liefste van die mensen waar ze zelf zo goed voor zijn geweest. Maar de gehele bijbel laat ons weten, dat we alles moeten verwachten van God. Dat we op Hem het vertrouwen moeten stellen. Wanneer wij op ook maar iets of iemand anders vertrouwen dan op God, dan kan God niet de barmhartigheid betonen aan jou. Want je vertrouwt dan op andere goden en  God zegt dan: als jij op andere goden vertrouwt. Laat hun zich dan ook maar over jou ontfermen. Ook zegt Hij dat je niet moet vertrouwen op mensen. Mensen zijn niet te vertrouwen. Daarbij zijn ze te beperkt, te snel afgeleid. Hebben geen ogen overal en kunnen niet overal begrip voor hebben.

 

Wanneer je echt in z'n geheel al je vertrouwen op God stelt, dan kan God zeker wel liefdevolle barmhartige mensen gebruiken om jou bij te staan.

 

Wat is hier schrijf is niet bedoeld als dooddoener, zoals soms ook wel gedaan wordt. Men zegt dan vertrouw maar op God, maar bedoelen eigenlijk: als jij nu gewoon op God vertrouwt, dan heb ik er geen werk mee. Waar het mij in deze uitleg om gaat is het feit dat God bij zijn beloftes ook gehoorzaamheid vraagt. Gehoorzaamheid aan de dingen die Jezus van ons vraagt zoals:

* vergeef

* betoon barmhartigheid

* heb uw naaste lief

* en zo nog meer dingen, die ik op deze site allemaal langs wil lopen.

 

 

Naar Zaligsprekingen deel 4

Naar Zaligsprekingen deel 6

 

Matheus 5:1-5

1 En Jezus, de schare ziende, is geklommen op een berg, en als Hij nedergezeten was, kwamen Zijn discipelen tot Hem.

2 En Zijn mond geopend hebbende, leerde Hij hen, zeggende:

Zalig zijn de armen van geest; want hunner is het Koninkrijk der hemelen.

Zalig zijn die treuren; want zij zullen vertroost worden.

Zalig zijn de zachtmoedigen; want zij zullen het aardrijk beërven.

Zalig zijn die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid; want zij zullen verzadigd worden.

Zalig zijn de barmhartigen; want hun zal barmhartigheid geschieden.

Zalig zijn de reinen van hart; want zij zullen God zien.

Zalig zijn de vreedzamen; want zij zullen Gods kinderen genaamd worden.

10 Zalig zijn die vervolgd worden om der gerechtigheid wil; want hunner is het Koninkrijk der hemelen.

11 Zalig zijt gij, als u de mensen smaden, en vervolgen, en liegende alle kwaad tegen u spreken, om Mijnentwil.

12 Verblijdt en verheugt u; want uw loon is groot in de hemelen; want alzo hebben zij vervolgd de profeten, die voor u geweest zijn.

13 Gij zijt het zout der aarde; indien nu het zout smakeloos wordt, waarmede zal het gezouten worden? Het deugt nergens meer toe, dan om buiten geworpen, en van de mensen vertreden te worden.

14 Gij zijt het licht der wereld; een stad boven op een berg liggende, kan niet verborgen zijn.

15 Noch steekt men een kaars aan, en zet die onder een koornmaat, maar op een kandelaar, en zij schijnt allen, die in het huis zijn;

16 Laat uw licht alzo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken mogen zien, en uw Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken.

Lucas 6:20 En Hij, Zijn ogen opslaande over Zijn discipelen, zeide: Zalig zijt gij, armen, want uwer is het Koninkrijk Gods.

21 Zalig zijt gij, die nu hongert; want gij zult verzadigd worden. Zalig zijt gij, die nu weent; want gij zult lachen.

22 Zalig zijt gij, wanneer u de mensen haten, en wanneer zij u afscheiden, en smaden, en uw naam als kwaad verwerpen, om des Zoons des mensen wil.

23 Verblijdt u in dien dag, en zijt vrolijk; want, ziet, uw loon is groot in den hemel; want hun vaders deden desgelijks den profeten.

24 Maar wee u, gij rijken, want gij hebt uw troost weg.

25 Wee u, die verzadigd zijt, want gij zult hongeren. Wee u, die nu lacht, want gij zult treuren en wenen.

De Zaligsprekingen: De eerste wetten die Jezus doorgeeft. Volgens deze principes werkt het Koninkrijk van God. Het zijn geen regels met mensenhanden gemaakt,
het is de gesteldheid van je hart.
bottom of page