top of page

2 Korinthiërs 9:6

De eraan: wie karig zaait, zal karig oogsten. Wie zegeningen zaait, zal zegeningen maaien. Laat iedereen geven waartoe in zijn hart heeft besloten, zonder gevoelens van spijt of dwang. Want God heeft de blijmoedige gever lief. Hij heeft de macht u te overladen met allerlei gaven. Daardoor hebt u altijd en in alle opzichten van alles ruim voldoende en houdt u nog over om allerlei goed werk te doen. Dat is wat de schrift zegt: '' Hij deelt zijn gaven uit aan de armen, hij blijft voor altijd en eeuwig vrijgevig.'' Hij die de zaaier het zaad geeft om te zaaien, geeft ook brood om te eten. Hij zal het zaad vermeningvuldigen en zorgen voor een rijke oogst van de rechtvaardige daad van vrijgevigheid

Psalmen 126:6

Ook al zaai je met een traan, je zult met gejubel oogsten. De zaaier zaait huilend, maar de oogst wordt juichend binnengehaald.

 

Micha 6:15

Ze zullen wel zaaien, maar niet oogsten. Ze zullen wel olijven uitpersen, maar niet zelf de olie gebruiken. Ze zullen wel druiven plukken, maar niet van de wijn drinken. Want ze volgen de verordeningen van Omri, en van het werk van Achab. Ze wandelen in dezelfde raad. 

Waardoor mislukt de oogst?

Prediker 11:4 

Wie altijd op de wind let, die zal niet zaaien, en wie telkens op de wolken let, die zal niet maaien. Zoals u  niet weet, welke de weg de wind gaat, of hoe beenderen van het kind in de buik van een zwangere vrouw groeien, zo weet u ook het werk van God niet, Die het alles maakt. Zaai uw zaad in de morgenstond, en trek uw hand in de avond er niet vanaf; want u weet niet, waar dit op zal uitlopen, dit of dat, en of die twee samen goed zullen zijn.

De wet van

Zaaien en Oogsten

bottom of page